Ik ben John.
Ik heb altijd een grote affiniteit en fascinatie gehad voor het bos en de natuur. bosbeest is intussen mijn manier van leven én werken geworden, als boomverzorger, tuincoach en nestkastenbouwer. Ik wil mensen inspireren om anders te denken over tuinieren — ecologisch, biodivers en zonder gebruik van enige commerciële meststoffen, of het nu biologisch is of niet. Weg van het industriële tuinbeheer en terug naar een natuurlijke samenwerking met de grond.
bosbeest was een hond.
Of eigenlijk: 2 honden — Jeanneke en Sia. Twee beagles die samen met ons dagelijks het bos, heidegebieden en bergen introkken alsof het hun tweede thuis was, we zaten namelijk meer in het bos dan in onze eigen tuin, en ze kregen de bijnaam “echte bosbeesten”. Tijdens vakanties trokken we steeds naar de Europese Alpen en vooral de Dolomieten, waar we de wildere kant van de natuur leerden kennen. Omdat wij dezelfde hobby’s deelden, noemden we onszelf al snel ook bosbeesten. En ook Tula, onze huidige beagle, draagt deze naam waardig verder.
De bodem bracht alles in beweging.
Vanuit onze liefde voor paddenstoelen — zowel wilde culinaire als zelf gecultiveerde soorten— begon de aandacht vanzelf naar de bodem te verschuiven. In een kleine stadstuin in Kapellen ontstond het eerste experiment: zelf grond maken, van enkel houtsnippers en mycelium. Het was ook daar dat we botsten op al die hardnekkige tuinmythes: dat je móet spitten, dat mulch stikstof ontbindt, dat je allerlei korrels en grondverbeteraars moet toedienen, dat je bepaalde groenten steeds moet roteren... We besloten het tegenovergestelde te doen — niet uit koppigheid, maar uit nieuwsgierigheid en vertrouwen onze observaties.
bosbeest groeide uit tot meer dan een naam.
Het begon als een soort verzamelnaam voor alles wat we deden in onze bescheiden bostuin van een halve hectare in Lanklaar — midden in het Nationaal Park Hoge Kempen. Een levende bostuin waar ruimte is voor bloemen, groenten, fruit, bessen, eetbare en medicinale kruiden, paddenstoelencultivatie en vooral: ruimte voor fauna. Onze droom? Een eetbare tuin die voelt als een bos. Niet als een aangelegde plek, maar als een ecologisch systeem in evenwicht, waar plaats is voor rust, oogst en vogelzang.
KNF en JADAM als belangrijke mijlpaal.
We verdiepten ons in Korean Natural Farming (KNF) en JADAM, systemen die lokale micro-organismen en schimmels centraal stellen. Zelfgekweekte ‘preparaten’ met lokale micro-organismen in plaats van industriële plantenvoeding. Maar KNF en JADAM ging nog een stap verder, volledig afzien van eender welke vorm van commerciële plantenvoeding. Want ja, ook ‘biologische’ plantenvoeding is een externe commerciële input, gemaakt ergens in een fabriek of ontgonnen ergens uit de natuur. De resultaten waren verrassend verbluffend. En het is ook dit laatste aspect dat we hebben overgenomen in onze tuinfilosofie.
Eigen bosbeest-methode ontwikkeld.
Vooral de methode om vers hout versneld om te zetten in vruchtbare teeltgrond, mét eetbare paddenstoelen, bleek revolutionair. Ze liet ons toe om binnen één seizoen te telen op “verse” houtsnippers, en tegelijk diezelfde houtsnippers om te vormen tot vruchtbare bodem via een saprotroof mycelium. Geen verloren tijd. Geen afhankelijkheid van dure of onbetrouwbare grond en bodemverbeteraars.
Want in minder dan zes maanden hadden we niet alleen groenten, en paddenstoelen als bijproduct, maar creëerden we ook onze eigen luchtige, zwarte teeltgrond — en we weten exact wat erin zit. En dat alles in één en hetzelfde groentebed. Wie zijn eigen grond maakt, maakt een ecosysteem. Daarom zie ik mezelf niet zomaar als tuinier, maar als een toegewijde grondmaker.